SAMENLEVINGSCONTRACT
TUSSEN
________, geboren op ________ te ________
hierna "Partij 1"
EN
________, geboren op ________ te ________
hierna "Partij 2"
hierna gezamenlijk "de Partijen"
IN OVERWEGING NEMENDE DAT:
de Partijen geen huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn aangegaan;
de Partijen sinds ________ met elkaar samenleven in de huurwoning aan het volgende adres: ________;
de Partijen sinds ________ een gezamenlijke huishouding voeren;
de Partijen in dit samenlevingscontract de gemaakte afspraken met betrekking tot de gezamenlijke huishouding vastleggen.
ZIJN OVEREENGEKOMEN:
1. DUUR
1. Deze overeenkomst vangt aan op ________ en duurt voort voor de periode dat de Partijen samenleven.
2. Indien de Partijen niet langer samenleven, eindigt deze overeenkomst van rechtswege.
3. Bepalingen die naar hun aard doorwerken na het einde van de samenleving, blijven van kracht zolang dit redelijk is.
4. Indien de Partijen een huwelijk of geregistreerd partnerschap aangaan, zal dit samenlevingscontract komen te vervallen en worden vervangen door de wettelijke gemeenschap van goederen, huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden.
2. HUISHOUDELIJKE KOSTEN
1. Huishoudelijke kosten zijn de gemeenschappelijke kosten van de Partijen, die ten behoeve van de huishouding gemaakt worden. Onder de huishoudelijke kosten valt het volgende:
________
2. De hoogte van de kosten wordt op de volgende manier bijgehouden:
________
3. De huishoudelijke kosten zullen worden verdeeld tussen de Partijen. Beide Partijen zullen een gelijk gedeelte van de kosten dragen.
4. Indien één der Partijen in het kalenderjaar meer kosten heeft gedragen dan op grond van dit artikel is overeengekomen, heeft deze Partij het recht om dit gedeelte terug te vorderen van de andere Partij.
5. Alle overige zaken die niet vallen onder de bovengenoemde huishoudelijke kosten komen voor rekening van de Partij die de kosten maakt. Indien één der Partijen kosten heeft gedragen die toebehoren aan kosten voor rekening van de andere Partij, heeft deze Partij het recht om dit gedeelte terug te vorderen van de andere Partij.
6. Iedere vordering op de andere Partij is terstond opeisbaar, mits de redelijkheid en billijkheid zich hier niet tegen verzet.
3. BETAALMIDDEL HUISHOUDELIJKE KOSTEN
1. De Partijen hebben een gezamenlijke rekening in mede-eigendom, op naam van beide Partijen.
2. De Partijen zijn beide gerechtigd te beschikken over de rekening.
3. Ieder der Partijen maakt zijn gedeelte van de bijdrage aan de huishoudelijke kosten over naar de gezamenlijke rekening. De huishoudelijke kosten worden doorgaans gemaakt ten laste van de gezamenlijke rekening.
4. HUISHOUDELIJKE HANDELINGEN
1. De Partijen geven elkaar volmacht om ten behoeve van huishoudelijke zaken, zoals genoemd in Artikel 2, rechtshandelingen te verrichten.
2. Rechtshandelingen die verricht zijn door één der Partijen in het kader van de huishouding, worden toegerekend aan beide Partijen. De rechten en plichten die hieruit voortkomen, komen tevens toe aan beide Partijen, mits de redelijkheid en billijkheid dit toelaat.
5. GEMEENSCHAPPELIJK EIGENDOM
1. Onder inboedel wordt verstaan het geheel van tot stoffering en meubilering van een woning dienende roerende zaken.
2. De gemeenschappelijke inboedel van de woning van de Partijen behoort toe aan de Partijen, waarbij de Partijen ieder de helft van de inboedel in eigendom hebben.
3. Beide Partijen hebben gelijke rechten om te beschikken over de goederen die toebehoren aan de gemeenschappelijke inboedel.
4. Indien één der Partijen een aankoop heeft gedaan welke toekomt aan de gemeenschappelijke inboedel, is de andere Partij de helft van dit aankoopbedrag verschuldigd. De vordering is terstond opeisbaar.
5. Goederen die toebehoren aan de gemeenschappelijke inboedel mogen niet zonder wederzijdse toestemming worden verhuurd of vervreemd door één der Partijen.
6. Het bovenstaande is behoudens de onderdelen van de inboedel die naar hun aard of naar redelijkheid aan één der Partijen toebehoren.
7. Roerende zaken die niet toebehoren aan de inboedel, maar door beide Partijen worden gebruikt en gezamenlijk zijn aangeschaft, worden als gemeenschappelijk eigendom beschouwd, tenzij de redelijkheid en billijkheid zich hiertegen verzet. De bovenstaande leden zijn op roerende zaken van gemeenschappelijk eigendom gelijkerwijs van toepassing.
8. Een overzicht is hieronder opgenomen van roerende zaken die door één van de Partijen zijn ingebracht en van zaken die gezamenlijk zijn aangeschaft. De op deze lijst genoemde zaken blijven eigendom van de Partij die deze heeft ingebracht of van beide Partijen indien het om gemeenschappelijk eigendom gaat. Dit betreft de volgende roerende zaken:
________
6. ONZEKERHEID EIGENDOM
1. Indien onzekerheid bestaat over aan welke Partij het eigendom van een bepaald goed toebehoort, en geen der Partijen in staat is te bewijzen de eigenaar te zijn van het goed, komt het goed toe te behoren aan beide Partijen voor een gelijk gedeelte.
7. MEDEHUUR WONING
1. De Partijen verbinden zich om de bestaande huurovereenkomst van Partij 1 met betrekking tot de woning waarin de Partijen samenleven, te wijzigingen in een huurovereenkomst waarbij Partij 2 medehuurder zal zijn.
2. Deze wijziging geschiedt wanneer aan de voorwaarden wordt voldaan, in overleg met de verhuurder van de woning en op schriftelijke wijze.
8. SCHULDEN
1. Schulden ten aanzien van zaken die betrekking hebben op het in Artikel 2 genoemde, worden als schulden van de Partijen beschouwd en worden betaald volgens de in Artikel 2 genoemde regeling.
2. Schulden ten aanzien van zaken die geen betrekking hebben op de in Artikel 2 gedefinieerde huishoudelijke zaken, worden als eigen schulden voldaan door de Partij die de schulden heeft doen ontstaan.
9. INBRENG
1. Vóór of bij aanvang van deze overeenkomst hebben de Partijen de volgende inbreng gedaan ten behoeve van de aan de samenleving verbonden kosten:
Partij 1 heeft een inbreng gedaan van €________.
Partij 2 heeft een inbreng gedaan van €________.
10. 55822588558258
2. 82 25528222 825882522 2885 22 825252 882282822 82 52 822222282288282 22 52 8252222282288282 2282588285 22 2825822222 222 52 525252 255282.
3. 82 25528222 528822 222 22288522 852 282555 222 2252288852. 82 2252288852 825222 222 522 8285222 852 52 82528885282222 28252222228282 5222 282522222282, 22 5882 82528885282222 22 55252882222 582 52528822258828 82585852 252222 825522 82 522 25525 852 52 85222828822.
11. 5858258
________. 82525 8222222 82552 522 82822258555 8222222 82582552, 552 5225 52 25528222 552228225 252 825522 8225 25528858825 2285582.
________. 822 82822258555 8222222 88 522 85522 8222222 8252825255 222 82858282222 22 2522828.
12. BEËINDIGING SAMENLEVEN
1. Indien de Partijen gezamenlijk of op initiatief van één der Partijen, besluiten het samenleven te beëindigen om iedere reden behoudens het overlijden van één der Partijen, zijn de volgende bepalingen uit dit artikel van toepassing.
2. De Partijen hebben recht op hetgeen dat zij hebben ingebracht, overeenkomstig het Artikel betreffende Inbreng.
3. Het saldo van de gezamenlijke rekening wordt overeenkomstig de inbreng en naar redelijkheid en billijkheid verdeeld tussen de Partijen.
4. De gemeenschappelijke inboedel en goederen worden overeenkomstig de inbreng en naar redelijkheid en billijkheid verdeeld tussen de Partijen.
5. Het deel van de goederen dat toebehoort aan het eigendom van één der Partijen valt niet onder de te verdelen inboedel en goederen.
6. Indien de verdeling van de gemeenschappelijke inboedel en goederen leidt tot een overbedeling van één der Partijen, is deze Partij de onderbedeelde Partij een vergoeding voor het overbedeelde gedeelte verschuldigd. De vergoeding is terstond opeisbaar.
7. Indien door de Partijen wordt besloten dat de gemeenschappelijke inboedel en goederen worden verkocht, wordt de opbrengst overeenkomstig de inbreng en naar redelijkheid en billijkheid verdeeld tussen de Partijen. De waarde van de te verkopen gemeenschappelijke inboedel en goederen wordt in overleg bepaald.
8. Indien de Partijen geen overeenstemming kunnen bereiken met betrekking tot de waarde van de inboedel en goederen, wordt een deskundige ingeschakeld om de waarde vast te leggen. De Partijen kunnen niet van dit oordeel afwijken, tenzij met wederzijds goedvinden.
9. De Partijen besluiten in overleg, dan wel met tussenkomst van een onpartijdige derde, welke Partij het recht heeft om in de huurwoning te blijven wonen en de bijbehorende huurdersverplichtingen volledig zal dragen. Dit geschiedt in overleg met de verhuurder en wordt schriftelijk gewijzigd in de huurovereenkomst.
13. VOLLEDIGHEID OVEREENKOMST
1. Deze overeenkomst vervangt alle eerder overeengekomen afspraken en overeenkomsten tussen de Partijen met betrekking tot de in deze overeenkomst genoemde afspraken.
2. Eerder overeengekomen zaken die in strijd zijn met de bepalingen in deze overeenkomst worden als ongeldig beschouwd.
14. WIJZIGINGEN OVEREENKOMST
1. Iedere aanvulling, wijziging, of verzoek tot wijziging, dient schriftelijk en in overleg tussen de Partijen plaats te vinden.
2. Beide Partijen dienen met de gewijzigde bepalingen door middel van ondertekening in te stemmen.
15. AFSTAND
1. Indien de Partijen geen gevolg geven aan de uitvoering van de bepalingen uit deze overeenkomst, is dit uitdrukkelijk geenszins te beschouwen als een verklaring van afstand van de toepassing van deze bepalingen. De overeenkomst blijft onverkort van toepassing.
16. TOEPASSELIJK RECHT
1. Op deze samenlevingsovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
17. ONDERTEKENING
1. Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend:
Partij 1
________
Datum van ondertekening:
Plaats van ondertekening:
_________________________
Partij 2
________
Datum van ondertekening:
Plaats van ondertekening:
_________________________
SAMENLEVINGSCONTRACT
TUSSEN
________, geboren op ________ te ________
hierna "Partij 1"
EN
________, geboren op ________ te ________
hierna "Partij 2"
hierna gezamenlijk "de Partijen"
IN OVERWEGING NEMENDE DAT:
de Partijen geen huwelijk of geregistreerd partnerschap zijn aangegaan;
de Partijen sinds ________ met elkaar samenleven in de huurwoning aan het volgende adres: ________;
de Partijen sinds ________ een gezamenlijke huishouding voeren;
de Partijen in dit samenlevingscontract de gemaakte afspraken met betrekking tot de gezamenlijke huishouding vastleggen.
ZIJN OVEREENGEKOMEN:
1. DUUR
1. Deze overeenkomst vangt aan op ________ en duurt voort voor de periode dat de Partijen samenleven.
2. Indien de Partijen niet langer samenleven, eindigt deze overeenkomst van rechtswege.
3. Bepalingen die naar hun aard doorwerken na het einde van de samenleving, blijven van kracht zolang dit redelijk is.
4. Indien de Partijen een huwelijk of geregistreerd partnerschap aangaan, zal dit samenlevingscontract komen te vervallen en worden vervangen door de wettelijke gemeenschap van goederen, huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden.
2. HUISHOUDELIJKE KOSTEN
1. Huishoudelijke kosten zijn de gemeenschappelijke kosten van de Partijen, die ten behoeve van de huishouding gemaakt worden. Onder de huishoudelijke kosten valt het volgende:
________
2. De hoogte van de kosten wordt op de volgende manier bijgehouden:
________
3. De huishoudelijke kosten zullen worden verdeeld tussen de Partijen. Beide Partijen zullen een gelijk gedeelte van de kosten dragen.
4. Indien één der Partijen in het kalenderjaar meer kosten heeft gedragen dan op grond van dit artikel is overeengekomen, heeft deze Partij het recht om dit gedeelte terug te vorderen van de andere Partij.
5. Alle overige zaken die niet vallen onder de bovengenoemde huishoudelijke kosten komen voor rekening van de Partij die de kosten maakt. Indien één der Partijen kosten heeft gedragen die toebehoren aan kosten voor rekening van de andere Partij, heeft deze Partij het recht om dit gedeelte terug te vorderen van de andere Partij.
6. Iedere vordering op de andere Partij is terstond opeisbaar, mits de redelijkheid en billijkheid zich hier niet tegen verzet.
3. BETAALMIDDEL HUISHOUDELIJKE KOSTEN
1. De Partijen hebben een gezamenlijke rekening in mede-eigendom, op naam van beide Partijen.
2. De Partijen zijn beide gerechtigd te beschikken over de rekening.
3. Ieder der Partijen maakt zijn gedeelte van de bijdrage aan de huishoudelijke kosten over naar de gezamenlijke rekening. De huishoudelijke kosten worden doorgaans gemaakt ten laste van de gezamenlijke rekening.
4. HUISHOUDELIJKE HANDELINGEN
1. De Partijen geven elkaar volmacht om ten behoeve van huishoudelijke zaken, zoals genoemd in Artikel 2, rechtshandelingen te verrichten.
2. Rechtshandelingen die verricht zijn door één der Partijen in het kader van de huishouding, worden toegerekend aan beide Partijen. De rechten en plichten die hieruit voortkomen, komen tevens toe aan beide Partijen, mits de redelijkheid en billijkheid dit toelaat.
5. GEMEENSCHAPPELIJK EIGENDOM
1. Onder inboedel wordt verstaan het geheel van tot stoffering en meubilering van een woning dienende roerende zaken.
2. De gemeenschappelijke inboedel van de woning van de Partijen behoort toe aan de Partijen, waarbij de Partijen ieder de helft van de inboedel in eigendom hebben.
3. Beide Partijen hebben gelijke rechten om te beschikken over de goederen die toebehoren aan de gemeenschappelijke inboedel.
4. Indien één der Partijen een aankoop heeft gedaan welke toekomt aan de gemeenschappelijke inboedel, is de andere Partij de helft van dit aankoopbedrag verschuldigd. De vordering is terstond opeisbaar.
5. Goederen die toebehoren aan de gemeenschappelijke inboedel mogen niet zonder wederzijdse toestemming worden verhuurd of vervreemd door één der Partijen.
6. Het bovenstaande is behoudens de onderdelen van de inboedel die naar hun aard of naar redelijkheid aan één der Partijen toebehoren.
7. Roerende zaken die niet toebehoren aan de inboedel, maar door beide Partijen worden gebruikt en gezamenlijk zijn aangeschaft, worden als gemeenschappelijk eigendom beschouwd, tenzij de redelijkheid en billijkheid zich hiertegen verzet. De bovenstaande leden zijn op roerende zaken van gemeenschappelijk eigendom gelijkerwijs van toepassing.
8. Een overzicht is hieronder opgenomen van roerende zaken die door één van de Partijen zijn ingebracht en van zaken die gezamenlijk zijn aangeschaft. De op deze lijst genoemde zaken blijven eigendom van de Partij die deze heeft ingebracht of van beide Partijen indien het om gemeenschappelijk eigendom gaat. Dit betreft de volgende roerende zaken:
________
6. ONZEKERHEID EIGENDOM
1. Indien onzekerheid bestaat over aan welke Partij het eigendom van een bepaald goed toebehoort, en geen der Partijen in staat is te bewijzen de eigenaar te zijn van het goed, komt het goed toe te behoren aan beide Partijen voor een gelijk gedeelte.
7. MEDEHUUR WONING
1. De Partijen verbinden zich om de bestaande huurovereenkomst van Partij 1 met betrekking tot de woning waarin de Partijen samenleven, te wijzigingen in een huurovereenkomst waarbij Partij 2 medehuurder zal zijn.
2. Deze wijziging geschiedt wanneer aan de voorwaarden wordt voldaan, in overleg met de verhuurder van de woning en op schriftelijke wijze.
8. SCHULDEN
1. Schulden ten aanzien van zaken die betrekking hebben op het in Artikel 2 genoemde, worden als schulden van de Partijen beschouwd en worden betaald volgens de in Artikel 2 genoemde regeling.
2. Schulden ten aanzien van zaken die geen betrekking hebben op de in Artikel 2 gedefinieerde huishoudelijke zaken, worden als eigen schulden voldaan door de Partij die de schulden heeft doen ontstaan.
9. INBRENG
1. Vóór of bij aanvang van deze overeenkomst hebben de Partijen de volgende inbreng gedaan ten behoeve van de aan de samenleving verbonden kosten:
Partij 1 heeft een inbreng gedaan van €________.
Partij 2 heeft een inbreng gedaan van €________.
10. 55822588558258
2. 82 25528222 825882522 2885 22 825252 882282822 82 52 822222282288282 22 52 8252222282288282 2282588285 22 2825822222 222 52 525252 255282.
3. 82 25528222 528822 222 22288522 852 282555 222 2252288852. 82 2252288852 825222 222 522 8285222 852 52 82528885282222 28252222228282 5222 282522222282, 22 5882 82528885282222 22 55252882222 582 52528822258828 82585852 252222 825522 82 522 25525 852 52 85222828822.
11. 5858258
________. 82525 8222222 82552 522 82822258555 8222222 82582552, 552 5225 52 25528222 552228225 252 825522 8225 25528858825 2285582.
________. 822 82822258555 8222222 88 522 85522 8222222 8252825255 222 82858282222 22 2522828.
12. BEËINDIGING SAMENLEVEN
1. Indien de Partijen gezamenlijk of op initiatief van één der Partijen, besluiten het samenleven te beëindigen om iedere reden behoudens het overlijden van één der Partijen, zijn de volgende bepalingen uit dit artikel van toepassing.
2. De Partijen hebben recht op hetgeen dat zij hebben ingebracht, overeenkomstig het Artikel betreffende Inbreng.
3. Het saldo van de gezamenlijke rekening wordt overeenkomstig de inbreng en naar redelijkheid en billijkheid verdeeld tussen de Partijen.
4. De gemeenschappelijke inboedel en goederen worden overeenkomstig de inbreng en naar redelijkheid en billijkheid verdeeld tussen de Partijen.
5. Het deel van de goederen dat toebehoort aan het eigendom van één der Partijen valt niet onder de te verdelen inboedel en goederen.
6. Indien de verdeling van de gemeenschappelijke inboedel en goederen leidt tot een overbedeling van één der Partijen, is deze Partij de onderbedeelde Partij een vergoeding voor het overbedeelde gedeelte verschuldigd. De vergoeding is terstond opeisbaar.
7. Indien door de Partijen wordt besloten dat de gemeenschappelijke inboedel en goederen worden verkocht, wordt de opbrengst overeenkomstig de inbreng en naar redelijkheid en billijkheid verdeeld tussen de Partijen. De waarde van de te verkopen gemeenschappelijke inboedel en goederen wordt in overleg bepaald.
8. Indien de Partijen geen overeenstemming kunnen bereiken met betrekking tot de waarde van de inboedel en goederen, wordt een deskundige ingeschakeld om de waarde vast te leggen. De Partijen kunnen niet van dit oordeel afwijken, tenzij met wederzijds goedvinden.
9. De Partijen besluiten in overleg, dan wel met tussenkomst van een onpartijdige derde, welke Partij het recht heeft om in de huurwoning te blijven wonen en de bijbehorende huurdersverplichtingen volledig zal dragen. Dit geschiedt in overleg met de verhuurder en wordt schriftelijk gewijzigd in de huurovereenkomst.
13. VOLLEDIGHEID OVEREENKOMST
1. Deze overeenkomst vervangt alle eerder overeengekomen afspraken en overeenkomsten tussen de Partijen met betrekking tot de in deze overeenkomst genoemde afspraken.
2. Eerder overeengekomen zaken die in strijd zijn met de bepalingen in deze overeenkomst worden als ongeldig beschouwd.
14. WIJZIGINGEN OVEREENKOMST
1. Iedere aanvulling, wijziging, of verzoek tot wijziging, dient schriftelijk en in overleg tussen de Partijen plaats te vinden.
2. Beide Partijen dienen met de gewijzigde bepalingen door middel van ondertekening in te stemmen.
15. AFSTAND
1. Indien de Partijen geen gevolg geven aan de uitvoering van de bepalingen uit deze overeenkomst, is dit uitdrukkelijk geenszins te beschouwen als een verklaring van afstand van de toepassing van deze bepalingen. De overeenkomst blijft onverkort van toepassing.
16. TOEPASSELIJK RECHT
1. Op deze samenlevingsovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
17. ONDERTEKENING
1. Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend:
Partij 1
________
Datum van ondertekening:
Plaats van ondertekening:
_________________________
Partij 2
________
Datum van ondertekening:
Plaats van ondertekening:
_________________________
Beantwoord de vraag en klik op "Volgende stap".
Het document wordt samengesteld op basis van uw antwoorden. Er worden bepalingen toegevoegd of verwijderd, paragrafen worden gewijzigd, woorden worden bewerkt, enz.
Aan het einde ontvangt u het document onmiddellijk in de formaten Word en PDF. Vervolgens kunt u het Word-document openen en het bewerken en naar wens opnieuw gebruiken.