Aanvaarding van een handgift of bankgift Het model invullen

Hoe werkt het?

1. Dit model kiezen

Klik eerst op "Het model invullen"

1 / Dit model kiezen

2. Het document invullen

Beantwoord een paar vragen en het document wordt automatisch aangemaakt.

2 / Het document invullen

3. Opslaan - Afprinten

Uw document is klaar! U ontvangt het in de formaten Word en PDF. U kunt het bewerken.

3 / Opslaan - Afprinten

Aanvaarding van een handgift of bankgift

Laatste revisie Laatste revisie 15-09-2024
Formaten FormatenWord en PDF
Grootte Grootte1 pagina
Het model invullen

Laatste revisieLaatste revisie: 15-09-2024

FormatenBeschikbare formaten: Word en PDF

GrootteGrootte: 1 pagina

Het model invullen

Dit document kan gebruikt worden om een aanvaarding van een schenking te formaliseren. In principe, en zo schrijft het wetboek ook voor, moet een schenking gedaan worden door een akte op te stellen in het bijzijn van een notaris. De handgift, die bestaat uit een overdracht van een goed, of de bankgift, die bestaat uit een bankoverschrijving, vormen een uitzondering op deze regel. Het gebruik van deze aanvaardingsbrief is dus voorbehouden voor deze vormvrije types van een schenking.


De bestanddelen en modaliteiten van een handgift of bankgift zijn de volgende:

i. Intentie om te schenken en aanvaarding van de schenking

Een handgift of bankgift komt pas tot stand indien de schenker de wil heeft om de schenking te doen en de begiftigde overgaat tot de aanvaarding van de schenking. Aangezien de handgift ontstaat door de loutere materiële overdracht (zie verder) is een schriftelijk document niet noodzakelijk. Om een bewijs van deze schenking te hebben is het opstellen van een schriftelijk document evenwel toch altijd aangeraden. Op die manier kan de begiftigde ten aanzien van de (andere) erfgenamen aantonen dat schenker wel degelijk de wil heeft gehad om de zaak weg te schenken en dat de begiftigde deze heeft aanvaardt, en dat die zaak zich dus niet meer in de nalatenschap bevindt. Bovendien kan het leiden tot een voordeel op vlak van fiscaliteit (zie punt iv.)

Het schriftelijk bewijs van de hand- of bankgift kan twee mogelijke vormen aannemen:

  • een 'pacte adjoint', d.i. een document die door de partijen gezamenlijk wordt opgesteld;
  • twee aangetekende brieven: 1) een brief te versturen door de schenker aan de begiftigde waarin de schenking wordt meegedeeld; en 2) een tweede brief te versturen door de begiftigde aan de schenker waarin de schenker de schenking bevestigt.

Indien voor het 'pacte adjoint' wordt geopteerd, kan het document 'Handgift of bankgift' worden gebruikt. Indien voor de aangetekende brieven wordt gekozen, geldt dit document als de tweede aanvaardingsbrief. Voor de eerste brief kan tevens het document 'Handgift of bankgift' worden gebruikt.

Zoals hierna zal worden besproken is het in beide gevallen van belang dat de documenten (ofwel de pacte adjoint ofwel de twee aangetekende brieven) ondertekend en verstuurd worden na het plaatsvinden van de gift zelf.


ii. Materiële overdracht

Om van een handgift te kunnen spreken is het essentieel dat een materiële overdracht van een zaak plaatsvindt. Dit betekent dat enkel materieel overdraagbare goederen het voorwerp kunnen uitmaken van een handgift. Voorbeelden hiervan zijn geld, meubels, juwelen en kunstvoorwerpen. Onroerende goederen (bv. een huis, een stuk grond) kunnen dus niet via een handgift worden geschonken. Daarvoor moet men zich dus tot de notaris begeven.

Wat een schenking van geld betreft, wordt ook aanvaard dat er geen echte materiële overdracht plaatsvindt maar dat een overschrijving van geld van de bankrekening van de schenker naar die van de begiftigde volstaat. Dit wordt dan een bankgift genoemd. De schenker vermeldt bij voorkeur niets ter referentie van de betaling, en al zeker niet de termen 'schenking' of 'gift'.


iii. Mogelijke modaliteiten en/of beperkingen

De uitoefening van een handgift of bankgift kan slechts aan bepaalde beperkingen of modaliteiten onderworpen zijn. Indien de partijen bijkomende beperkingen willen opleggen (bv. een schenking onder voorbehoud van vruchtgebruik voor de schenker) moeten zij toch naar de notaris om de schenking te akteren. Dit zijn de mogelijke modaliteiten of beperkingen:

  • het integreren van een 'beding van terugkeer': dit betekent dat het geschonken goed of het geschonken geld terugkeert naar de schenker indien de begiftigde (en eventueel ook zijn of haar kinderen) overlijdt voor de schenker; en
  • een vervreemdingsverbod: een dergelijk verbod houdt in dat de begiftigde de zaak niet mag verkopen of zelf wegschenken. Zo'n verbod is evenwel enkel geldig indien het een 'onrechtmatig belang' nastreeft (bv. juwelen die al lange tijd deel uitmaken van het patrimonium van de familie) en voor zover het verbod tijdelijk is.

In elk geval moet worden verduidelijkt of de schenking gedaan wordt als een voorschot op het eventuele erfdeel van de begiftigde in de erfenis van de schenker of niet. Gaat het om een voorschot, dan moet daar bij het overlijden van de schenker mee rekening worden gehouden als de nalatenschap van de schenker wordt verdeeld.

In de eerste aangetekende brief zal de schenker deze eventuele beperkingen opnoemen. In de tweede aangetekende brief (de 'aanvaardingsbrief') moet de begiftigde duidelijk aangeven dat hij de gift aanvaardt met inbegrip van de modaliteiten en/of voorwaarden die door de schenker worden gesteld.


iv. Fiscale behandeling

Een schenking die voor de notaris gebeurt moet geregistreerd worden waarna de begiftigde belastingen moet betalen in de vorm van schenkingsbelastingen, ook wel 'registratierechten' genoemd.

In het geval van een handgift of bankgift moeten geen schenkingsbelastingen worden betaald. Wel moet men het risico in acht houden dat de schenking onderworpen wordt aan de hogere erfbelasting, ook 'successierechten' genoemd. (i.p.v. de lagere schenkingsbelasting) wanneer de schenker binnen de drie jaren na de handgift of bankgift overlijdt. De geschonken zaak wordt dan immers geacht deel uit te maken van het vermogen van de schenker.

Indien de schenker bijvoorbeeld ernstig ziek wordt binnen die periode van drie jaar kan de begiftigde dit risico indijken door een regularisatie te doen van de handgift of bankgift. Dan moet de begiftigde de schenking (die dan kan bewezen worden door, in dit geval, de twee aangetekende brieven) toch laten registreren bij het registratiekantoor en de schenkingsrechten betalen.


HOE DIT DOCUMENT TE GEBRUIKEN

i. Twee aangetekende brieven

Deze aanvaardingsbrief, de tweede aangetekende brief, moet volgen op een eerste aangetekende brief die de begiftigde heeft ontvangen van de schenker waarin de schenker de begiftigde informeert over de schenking. De beide brieven worden bij voorkeur getekend 'voor akkoord' door de ontvangende partij.

Dit modeldocument kan dus enkel gebruikt worden voor de tweede brief. Voor de eerste brief van de schenker kan dus een ander model worden gebruikt.


ii. Belang van de datum van de schenking

Zoals hoger reeds aangestipt mogen de documenten slechts ondertekend worden na het plaatsvinden van de handgift of de bankgift.

Vervolgens is het bijhouden van de bewijzen van de aangetekende verzendingen uiterst belangrijk. Op die manier kan de datum van de schenking worden bewezen. Dit bewijs is van belang voor het aantonen van de geldigheid van de schenking indien de (andere) erfgenamen van de schenker de schenking zouden betwisten en, nog belangrijker, voor het verstrijken van de risicoperiode van drie jaar waarna er geen erfbelasting meer verschuldigd is.

De datum van de overschrijving bij een bankgift kan bijvoorbeeld geen voldoende bewijs zijn om de datum van de schenking aan te tonen. Indien de bank een 'verklaring van schenking' heeft afgegeven, dan kan (een kopie van) dit document wel als bijlage bij de verklaring of de eerste aangetekende brief worden gevoegd.


TOEPASSELIJKE WETGEVING

Artikel 893 van het Burgerlijk Wetboek vermeldt de definitie van een schenking. Artikel 931 e.v. het Burgerlijk Wetboek leggen de vormvoorwaarden van de schenking vast.

Artikel 2.7.1.0.5 van het Decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 (het voormalige Artikel 7 van het Wetboek Successierechten) is het artikel in verband met de hierboven aangehaalde risicoperiode van drie jaar waarbinnen een niet-geregistreerde schenking toch onderworpen wordt aan de erfbelasting.


HET MODEL BEWERKEN

U vult een formulier in. Het document wordt naargelang uw antwoorden per sectie opgemaakt.

Aan het einde ontvangt u het in de formaten Word en PDF. U kunt het bewerken en het opnieuw gebruiken.

Het model invullen